Inleiding | Principes | Productie | Distributie | Levering | Exploitatie | Rentabiliteit | Subsidies
De financiële kant van warmtelevering
Warmtelevering is een energie-efficiënte methode om warmte afkomstig van een energiezuinige bron af te leveren bij de afnemer. Deze methode verschilt van de levering van aardgas, ook in financiële zin. Zo vraagt warmtelevering om grotere investeringen in collectieve voorzieningen, maar worden er geen kosten gemaakt voor de aanschaf van cv-ketels en de aanleg van een gasdistributienet.
Ondanks de financiële verschillen betaalt een bewoner van een woning aangesloten op warmtelevering niet meer dan een bewoner van een woning met een moderne, gasgestookte cv-ketel. Voorwaarde is wel dat het ‘Niet-Meer-Dan-Anders’-beginsel (NMDA) wordt gehanteerd. Dit is één van de sturende principes.
De kostprijs van warmtelevering wordt bepaald door de kosten van de productie en de distributie van warmte en door de marktontwikkelingen. De overheid kan de prijs enigszins beïnvloeden door de inzet van subsidie-instrumenten en met de andere Sturende Principes zoals de Regulerende Energie Belasting (REB) en de Energie PrestatieNorm.
Prijzen in de toekomst
Voor nieuwe warmteleveringsprojecten heeft de marktwerking een steeds grotere invloed op de prijs van warmte. Meer dan in het verleden is de aanleg en het beheer afhankelijk van de gewenste rentabiliteit.
Naast buitenlandse energiebedrijven betreden ook onbekende spelers de markt, zoals maatschappelijke organisaties en producenten van warmtedistributiesystemen. Ook kunnen bestaande distributiebedrijven een gedeelte van de warmteproductie van energiebedrijven overnemen
naar boven
|