Voorbeeldwijk
Om een idee te krijgen van het effect op de energiebesparing zijn een vijftal bouwkundige en een zestal installatieconcepten ontwikkeld, waarmee aan de hand van de voorbeeldwijk het effect op het energiegebruik wordt weergegeven.
Voorbeeldwijk
De voorbeeldwijk bevat 1.019 woningen. Bij opname van de bestaande situatie komen 42 rijtjeswoningen overeen met type 10 van de EPA-referentiewoningen. De 977 galerijwoningen komen overeen met type 3. Per type referentiewoning zijn standaard vijf bouwkundige en zes installatieconcepten gedefinieerd.
De uitgangssituatie in bijgaande voorbeeldwijk is exact gelijk aan de specificatie van de EPA-referentiewoningen. Per type referentiewoning zijn vijf bouwkundige en zes installatieconcepten gedefinieerd.
De 5 x 6 = 30 mogelijke combinaties zijn doorberekend voor wat betreft hun energievraag (E). De resultaten zijn per relevant woningtype opgeslagen in onderstaande matrices.
Matrix 1 : Woningtype 10 - meterstanden in woning
Bouwkundig pakket |
Energiedrager |
Bestaand |
pakket 1 |
pakket 2 |
pakket 3 |
pakket 4 |
pakket 5 |
Installatieconcept |
|
|
|
|
|
|
|
Bestaand |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-]
|
2066
1137
0
1212 |
1951
1137
0
1152 |
1805
1137
0
1075 |
1517
1137
0
923 |
1395
1137
0
858 |
1222
1137
0
767 |
Concept 1 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
1650
1184
0
998 |
1557
1184
0
949
|
1440
1184
0
887 |
1209
1184
0
776 |
1112
1184
0
714 |
973
1184
0
641 |
Concept 2 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
1522
1184
0
931 |
1430
1184
0
882 |
1313
1184
0
820 |
1082
1184
0
698 |
984
1184
0
647 |
846
1184
0
574 |
Concept 3 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
|
|
1043
1766
0
740 |
787
1766
0
605 |
684
1766
0
551 |
546
1766
0
478 |
Concept 4 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
|
|
|
749
1766
0
585 |
653
1766
0
535 |
525
1766
0
467 |
Concept 5 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
|
|
|
0
3427
0
369 |
0
3198
0
344 |
0
2893
0
311 |
Concept 6 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
|
|
|
0
3292
0
354 |
0
3063
0
330 |
0
2758
0
297 |
Matrix 2 : Woningtype 13 - meterstanden in woning
Bouwkundig pakket |
Energiedrager |
Bestaand |
pakket 1 |
pakket 2 |
pakket 3 |
pakket 4 |
pakket 5 |
Installatieconcept |
|
|
|
|
|
|
|
Bestaand |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-]
|
1182
972
0
728 |
1048
972
0
657 |
957
972
0
609 |
846
972
0
551 |
784
972
0
518 |
721
972
0
485 |
Concept 1 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
900
972
0
579 |
811
972
0
533
|
751
972
0
501 |
678
972
0
462 |
637
972
0
441 |
595
972
0
419 |
Concept 2 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
538
1650
0
461 |
449
1650
0
415 |
389
1650
0
383 |
316
1650
0
344 |
275
1650
0
323 |
233
1650
0
301 |
Concept 3 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
|
|
240
1704
0
310 |
168
1704
0
272 |
131
1704
0
252 |
95
1704
0
234 |
Concept 4 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
|
|
|
156
1704
0
266 |
121
1704
0
247 |
88
1704
0
230 |
Concept 5 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
|
|
|
0
2039
0
219 |
0
1964
0
211 |
0
1894
0
204 |
Concept 6 |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Warmte [GJ]
Brandstof [-] |
|
|
|
0
1886
0
203 |
0
1812
0
195 |
0
1741
0
187 |
Voor elk woningtype kan met behulp van een formule uit het EPA-rekenmodel de EI worden uitgerekend, waarbij is aangenomen dat een EI van 0,5 overeenkomt met een EPN van 1,0. Met behulp van dezelfde formule kan, uitgaande van EI = 0,5, het bijbehorende normatieve energiegebruik worden uitgerekend. Hiermee kan de noemer in de EPL-bb-formule worden berekend. Nu het normatieve energiegebruik bekend is, kan in de matrix worden opgezocht met welk (gunstigste) maatregelenpakket de norm wordt gehaald.
Hieronder is weergegeven voor zowel type 10 als 13 welke EPL dit oplevert:
Tabel 1 : Woningtype 10
|
Norm |
Bestaand |
Keus |
Geselecteerde
maatregelen |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Brandstof [-]
EPL |
856
1776
642
6.0 |
2066
1137
1212
2.4 |
787
1766
605
6.2 |
bouwkundig pakket 3
installatieconcept 3 |
Tabel 2 : Woningtype 13
|
Norm |
Bestaand |
Keus |
Geselecteerde
maatregelen |
Gas [m3]
Elek. [kWh]
Brandstof [-]
EPL |
291
1027
264
6.0 |
1182
972
728
-1.0 |
131
1704
252
6.2 |
bouwkundig pakket 4
installatieconcept 3 |
De gegevens op wijkniveau door gewogen optelling van de clusters:
Tabel 3. Energiegebruik ten behoeve van EPL
|
Norm |
Bestaand |
Keus |
Gas [m3]
Elek. [kWh] |
320.009
1.077.215 |
1.241.586
997.398 |
161.041
1.738.980 |
Met behulp van de diverse C-factoren kan men het brandstofverbruik uitrekenen en bijbehorende EPL:
Tabel 4. Berekening brandstof en EPL voor verschillende C-factoren
|
Norm |
Bestaand |
Keus |
C-gas |
C-elektriciteit |
Brandstof [-]
EPL |
284.772
6.0 |
762.359
-0.7 |
272.141
6.2 |
15 |
29.9 |
Brandstof [-]
EPL |
284.772
6.0 |
708.858
0.0 |
178.862
7.5 |
15 |
15 |
Brandstof [-]
EPL |
284.772
6.0 |
272.192
6.2 |
122.224
8.3 |
5 |
15 |
Hoe verder?
Naast de bouwkundige pakketten en installatieconcepten is ook de energiedrager van belang om een optimale EPL te kunnen realiseren. Dit komt tot uitdrukking in de factor C in de EPL-formule, zie hiervoor ook het onderdeel EPL-BB op deze site. Met name de inzet van duurzame bronnen (bijv. wind, PV, warmtepompen) kan de EPL verhogen.
De situatie in de bijgaande voorbeeldwijk is sterk vereenvoudigd. Maar de EPL-BB is ook ingericht voor meer lastige omstandigheden.
Stel dat uit de praktijkopname van de wijk blijkt dat de hoogbouwwoningen qua afmetingen redelijk overeenkomen met het referentietype, maar ze zijn al voorzien van extra gevelisolatie en isolerend glas. Elke woning heeft bovendien een CV-combiketel. Voor dit type woning kan dan in de betreffende matrix een ander uitgangspunt voor de bepaling van de EPL worden gekozen.
Stel dat de laagbouw-galerijwoningen kleiner zijn dan het referentietype. Men kan er dan voor kiezen om portiekwoningen als referentie te nemen, of zelf, op basis van de EPA-rekenmethode, een dataset te ontwikkelen.
De rijtjeswoningen van het referentietype 10 bestaat uit twee lagen met een geïsoleerde kap. Stel dat de woningen uit de wijk uit drie lagen met een geïsoleerd plat dak bestaan, maar dat de afmetingen van de woningen en het basisniveau voor de energetische kwaliteit redelijk overeenkomen met het referentietype. Dan zou in dit geval ook gekozen kunnen worden voor een eigen referentietype.
De werkelijkheid is vaak complexer dan modellen ons willen doen geloven. In de uitgebreide methode komt men nu uit op drie woningtypen, waarvan er twee zelf zijn samengesteld. Overigens geldt dat het kiezen van een eigen referentiewoning over het algemeen weinig invloed op de EPL heeft. Een ander basismaatregelenniveau, dus met andere bouwkundige en/of installatietechnische maatregelen, kan meer invloed hebben.
De adviseurs van Novem staan u graag terzijde met verdere tekst en uitleg.
|